Op de tekening staat de oude stadsmuur die Tartus moest beschermen tegen aanvallen van zee. Het heeft door de tijd heen het militaire karakter verloren ten faveure van bewoning.
In de zestiende eeuw veroverden de Ottomanen de hele Arabische wereld, van het huidige Turkije tot aan Marokko. Syrië werd ondergeschikt aan de Sultan in Istanbul. De Ottomaanse Sultans prefereerden een sterk centralistisch bestuur dat altijd op zoek was naar de status quo. Rechtvaardigheid was het sleutelwoord. Voor de Ottomaanse machthebbers en intellectuelen kwam dat neer op het handhaven van de juiste maatschappijstructuur waarin iedereen zijn plaats had en wist. Beweging en verandering in welke vorm dan ook was niet geoorloofd tenzij met zegen van de Sultan. Zelfs de Islamitische wetgeving werd daarvoor naar de wensen van de sultans aangepast. Het rijk verdween na WOI maar de 'Ruling Families' van de Arabische wereld regeren nog steeds volgens dezelfde principes. Ook de Al Assad familie hangt de Ottomaanse regel aan: het is beter dat enkele mensen sterven dan dat de orde wordt ontregeld.
zondag 2 oktober 2011
dinsdag 27 september 2011
Syrië en Autarkie
Credit cards van Syriërs worden niet meer geaccepteerd als betaalmiddel, de rijken die eerst nog omhelst werden door de US en de EU staan nu op een 'zwarte lijst', met economische sancties en het bevriezen van tegoeden hoopt 'Het Westen' het regiem van Assad op de knieën te dwingen. Het regiem heeft inmiddels import van 'luxe' goederen aan banden gelegd om de reserves te sparen. Het belooft een koude winter te worden. Maar Syrië is eraan gewend om de boontjes zelf te doppen. Het heeft een lange ervaring in economische zelfredzaamheid. De bouwsector groeit en bloeit als nooit te voren. Volgens de berichten gaan de Syriërs nu vaker uit en café's zitten vol. En als er toch iets uit den vreemde moet komen en er moet toch een transactie met dollars of euro's gevoerd worden dan is er volgens de berichten altijd nog de route via India. Laat het regiem de poot maar stijf houden: het geeft de oppositie de tijd om zich voor te bereiden op de toekomst.
woensdag 14 september 2011
Plein voor de Omajjadenmoskee
Dit is een waanzinnig plein met de hele geschiedenis van Syrië op elkaar gepropt. Er is nog een stukje architraaf over van de tempel van Jupiter en uiteraard veel zuilen. Er is de hoge archtiectonisch vreemd vormgegeven boog van de overdekte Soek. Vegers met kliko's op een karretje proberen de straat schoon te houden en op de voorgrond een Shiïtisch stel op weg naar het hoofd van Imam Hoessein. Vrolijke vlaggetjes moedigen de bezoekers aan om vooral vrolijk te zijn. Het doorkijkje laat nog een stukje van de gevel van een Ottomaans koopmanshuis zien.
dinsdag 6 september 2011
Vanaf Jebel Qassioen
Het is erg moeilijk om een goede overzichtsfoto te maken vanaf Jebel Qassioen.
De stad ligt zo diep en is zo uitgestrekt dat de details snel vervagen. Hesseltje heeft een paar foto’s aan elkaar geplakt en daardoor een mooi beeld gekregen. Intussen lijkt het erop dat de aasgieren die de val van het regiem Al Assad willen versnellen toch hebben afgezien van militair ingrijpen en het officieel bewapenen van de opstandelingen. Kennelijk is het spectrum van Beiroet en Bagdad toch te afschrikwekkend.
De stad ligt zo diep en is zo uitgestrekt dat de details snel vervagen. Hesseltje heeft een paar foto’s aan elkaar geplakt en daardoor een mooi beeld gekregen. Intussen lijkt het erop dat de aasgieren die de val van het regiem Al Assad willen versnellen toch hebben afgezien van militair ingrijpen en het officieel bewapenen van de opstandelingen. Kennelijk is het spectrum van Beiroet en Bagdad toch te afschrikwekkend.
maandag 5 september 2011
De waterwielen van Hama
De Blog is klaar, maar dat wil nog niet zeggen dat mijn interesse voor Syrië nu ook afgerond is. Daarvoor zijn de ontwikkelingen te spannend en heb ik intussen teveel stof vergaard. Mijn plan is om alles van de Blog af in een E-Book te verzamelen. Ik heb Hesseltje bereid gevonden om de E-Book te verzorgen. Ik heb ook een andere indeling gemaakt. Een Blog is perslot een proces en een boek is een project. Beide benader je anders. Zoveel heb ik wel geleerd van al die sessies waarbij ik d.m.v. tekeningen heb mogen notuleren. Ik heb het materiaal in 6 hoofdstukken opgesplitst: Op weg, Vroege geschiedenis, Het Ottomaanse Rijk, Mensen, Het dagelijks Leven en Ontwikkelingen. Al snel bleek dat er gaten vielen waar het beschikbare tekeningen materiaal ontoereikend was. Ik heb daarom sommige foto's van Hesseltje gebruikt om in tekeningen om te zetten. Het is op dezelfde manier gedaan als de andere tekeningen: direct in inkt uit de losse pols in het schrift. Zoals deze tekening.
maandag 29 augustus 2011
Tenslotte
De reis is ten einde. Alle tekeningen zijn op de blog gezet. Er valt niets meer te doen dan vaarwel te zeggen. Ik had gehoopt dat ik op een positieve noot kon eindigen, maar niets is minder waar. De oppositie blijft verdeeld. Dat kan als een positief groeiproces uitgelegd worden, maar het kan ook betekenen dat als Bashar valt het land een makkelijke prooi wordt voor alweer een ‘ruling family’ naar Ottomaanse snit. Intussen blijft het regiem incidenteel en gericht optreden en doden maken. Syrië is de eer te beurt gevallen het eerste land te zijn met een via YouTube gevoerde opstand. Wat wederom bewezen heeft dat de werkelijkheid altijd te manipuleren valt. In de afgelopen maanden heb ik veel over Syrië geleerd vooral door het volgen van ‘Syria Comment’. Syrië en de Syriërs hebben mijn hart gestolen. Misschien wel omdat het een verrassend autarkisch land is. ‘The Angry Arab’ schrijft op zijn Blog: ‘Free Syria is destined to become dominant in the Arab world, especially in the fields of arts, culture, literature, and tourism.‘ Ik ben er klaar voor.
donderdag 25 augustus 2011
Mijn reisgenoten
Een statieportret zit er helaas niet in maar hier zijn mijn reisgenoten verzameld op een terrasje op de Qasiun. Ze zijn alle vijf in een kenmerkende poses vastgelegd. Geheel links hurkt Willem om de stad beneden hem nog beter op de plaat vast te kunnen leggen. Tweede van links is Will die met de knieën opgetrokken van de zon zit te genieten. In het midden zit Doutsje rechtop de nering in de omgeving te bestuderen. Naast haar Hesseltje, haar dochter, de arm nonchalant over de stoelleuning geslagen en geheel rechts staat Bertje met Ibrahim te overleggen. Bertje draagt een knalrode tulband waardoor wij haar in het gedrang van de Soek altijd wisten te lokaliseren. Ik heb de oorspronkelijke tekening bewerkt met hulp van foto’s van Hesseltje.
zondag 21 augustus 2011
Terug naar huis
We vlogen via Amman met Jordanian Airways terug naar Schiphol. Alle internationale luchthavens over de hele wereld zijn hetzelfde. Het zijn allemaal kakelbonte tempels die gewijd zijn aan globaal bekende merknamen. Tijdens de overstap in Amman was het niet anders. Van de ene ‘gate’ naar de andere was het kamerbreed vertrouwde producten kopen en vreten. We konden ons overal ter wereld wanen behalve in Damascus. De culture shock was groot. We waren die agressieve aanslag op onze zintuigen niet meer gewend. Op de luchthaven van Damascus was het soberheid troef net zoals in de rest van Syrië. We waren er helemaal aan gewend geraakt. Op de tekening is het kale aankomstlabyrint in Damascus Airport te zien met als enige blikvangers de flikkerende schermen met de aankomst- en vertrektijden en de vreemde loketten van de lokale bureaucratie.
donderdag 18 augustus 2011
Bij Ibrahim thuis
Op de laatste dag nam Ibrahim ons mee naar zijn huis. Hij had ons al vaak verteld over zijn vrouw en zijn tienerdochter Aisha die het goed op school deed en waarvan hij hoopte dat ze naar de universiteit zou gaan. Ibrahim had ook drie zonen waarvan er één in Jordanië werkt en Amr een nakomertje van pas zes jaar. De meeste vrouwen trouwen bij de familie van de man in, maar Ibrahim was bij de familie van zijn vrouw ingetrouwd. Bovendien behoort de familie van zijn vrouw tot de statenloze Palestijnse vluchtelingen die nog steeds in diverse kampen verspreid over de regio wonen. De kampen zijn inmiddels niet meer van stadse wijken te onderscheiden. Schoonmoeder verklaarde trots dat de hele buurt naar hun familie was vernoemd. Ibrahims schoondochter en kleinzoon waren ook bij ons bezoek aanwezig. Het was een gezellige bedoening waar de vrouwen de boventoon voerden. Schoonmoeder was de spil waarom alles draaide. Ze had humor en inzicht en was goed gebekt. Haar dochter was ook niet voor de poes. Schoondochter met de baby was een schoonheid en hield ervan om Ibrahim met lekkere hapjes en aandacht in de watten te leggen. Aisha toen ze van school kwam was natuurlijk dodelijk verlegen. Het was aandoenlijk om Ibrahim als Pater Familias te zien. Hij was nog steeds de Grote Roerganger maar nu omhuld door het soort bazige liefde dat alleen vrouwen kunnen geven. Vlak nadat wij terug naar Nederland waren gegaan kwam er een negatief reisadvies voor Syrië en werd hij werkeloos.
maandag 15 augustus 2011
Terug in de Soek
De reis is bijna ten einde. Nog een paar dagen te gaan en we zitten alweer op het vliegtuig terug naar Nederland. Voor een laatste maal ga ik naar mijn lievelings koffiehuis Beit Jabri. Ondanks de aanhoudende onlusten nu merkbaar door een grotere aanwezigheid van gemotoriseerde agenten en het zo nu en dan aanhouden van onze bus is het in de Soek alsof er niets aan de hand is. De kooplieden spelen zoals gewoonlijk hun spelletje Trik Trak alsof hun leven er van af hangt. Een jonge kelner verzaakt zijn taak om klanten te bedienen en kijkt mee. Zo nu en dan kan hij zich niet bedwingen en strekt zijn hand ongeduldig naar een steen uit. Het lijkt de spelers niet te deren. Zij zijn slechts in elkaar geïnteresseerd. Vier maanden later als ik de tekening klaar maak om op de Blog te zetten lijkt mij dit partijtje Trik Trak wel een metafoor voor de strijd tussen het regiem en de oppositie. De zetten van de spelers volgen een bepaald patroon. Ieder heeft zijn kansen en maakt zijn keuzes. En de opgewonden kelner is als de EU of voor mijn part Saoedie Arabië. Hij heeft een geheel eigen agenda, gunt de partijen nauwelijks tijd en popelt om de stukken op het veld naar zijn eigen hand te zetten.
zaterdag 13 augustus 2011
De redevoering van Bashar Al Assad
Terwijl wij door Syrië trokken onder de veilige hoede van Het Vliegende Nijlpaard werden de onlusten in Da’raa in het uiterste zuiden grimmiger. Ook in de Middellandse Zeesteden Latakia en Banias en in Deir Ez Zor in het uiterste oosten brak de pleuris uit. Toch bleven de onlusten beperkt en zouden verder onopgemerkt zijn gebleven ware het niet dat de veiligheidstroepen van ‘Het Regiem’ uitzinnig geweld gebruikten. De meerderheid van de bevolking bleef vertrouwen in de president Bashar Al Assad houden. Hij zou zijn volk medezeggenschap en vrijheid geven. Hij zou dat doen zodra hij de oude kliek van zijn vader en zijn broer die de veiligheidstroepen leidde en zijn zwager die al het geld van buitenlandse investeerders in zijn zak stak, van zich had afgeschud. Geruchten dat Bashar een redevoering voor de TV zou houden waarin hij niet alleen de staat van beleg zou opheffen, maar ook ingrijpende hervormingen zou afkondigen werden alsmaar groter. Tenslotte gebeurde het. In een lange, lange speech richtte de president zich tot zijn volk met de ene gemeenplaats na de andere zonder enige toezegging te doen. De teleurstelling onder de bevolking was groot. Terwijl iedereen probeerde over te gaan tot de orde van de dag drong het door dat Bashar misschien toch niet de moed en de wil had die men van hem verwachtte.
maandag 8 augustus 2011
Ziek in Syrië
De Maristan Nur ad Din is nu een museum, maar was vanaf de 12de tot diep in de 19de eeuw een opleidingsziekenhuis. Iedere binnenplaats in het complex heeft een fontein, omdat het geluid van fris klaterend water het genezingsproces zou helpen. Mijn reisgenoten waren opgewonden over de behandelmethoden en geneesmiddelen van de oude Arabieren zoals verdoving bij operaties en muziek bij gekte. Heden ten dage zijn de behandelingen en onderzoeksmethoden hetzelfde als bij ons. Dat merkte ik aan den lijve toen ik last van mijn kwaal kreeg en op instructie van een in Rusland opgeleide internist een serie testen onderging en uiteindelijk een medicijn voorgeschreven kreeg dat mijn eigen arts instemmend deed knorren. Totale kosten inclusief fooi voor de taxichauffeur Euro 45,-. Lieve Joris in haar boek ‘De poorten van Damascus’ beschrijft een ‘moderne’ psychiatrische inrichting die dicht bij een beruchte gevangenis is gevestigd. Haar grimmige belevenis staat in geen vergelijk tot de klaterende fonteinen en helende muziek van weleer. Op de tekening is het centrale hof van de Maristan en de omliggende aanbouw te zien met de duiventillen in de huismuren.
zondag 7 augustus 2011
Amrit
De ruïne van het tempelcomplex van Amrit was voor reisgenoot Willem de plek waar alle indrukken van de reis een basis kregen. Eigenlijk wil hij er zo snel mogelijk terugkomen met zijn botanistentrommeltje om de plek in alle rust te kunnen bestuderen. Amrit ligt bovenop bronnen waarvan het water een paar honderd meter verderop in de Middellandse Zee terecht komt. Het was 5000 jaar geleden een grote Caanaïtische stad. Tempelresten en een fraai vormgegeven waterbassin getuigen ervan. Het is een stil bijna onaangeroerd terrein in een groene kuststrook waar de wilde cyclamen tussen de bouwstenen groeien, allerlei insecten welig tieren, het water helder stroomt en zo nu en dan een familie komt picknicken. De kleinschalige bedoening van mens, flora en fauna lijkt hier sinds het begin der tijden in harmonie te existeren. Amrit schijnt er zomaar onbeheerd bij te liggen, maar een club vrijwilligers uit de buurt heeft zich erover ontfermd. Zij krijgen een steuntje in de rug van de regering en de EU. Die hulp is door de sancties nu opgeschort. Het bezoek was een geschenk aan ons van Ibrahim. Amrit stond niet op het programma, maar hij dacht dat het ons wel zou bevallen.
donderdag 4 augustus 2011
Adam in Eva in het Paradijs
Ergens tussen Hama en Apamea ligt Taybet Al Emam. Daar werd nog niet zo lang geleden tijdens wegwerkzaamheden een mozaïek gevonden ter grootte van een voetbalveld. Syrië telt bijna evenveel mozaïeken als zuilen. De voorstellingen daarvan lopen uiteen en zijn zeer wisselend van picturale kwaliteit. Niets opzienbarends dus, maar deze mozaïek is van een heel bijzondere schoonheid. Het stelt het Paradijs voor. De dieren, planten en voorwerpen zijn met een hartverwarmende elegantie door de Byzantijnse kunstenaars vormgegeven. Onder leiding van een Italiaanse Franciscaner monnik (hoe kan het ook anders) is het mozaïek opgegraven en gerestaureerd. Er is een moderne loods overheen gebouwd en rondom is een verhoogde ‘catwalk’ aangelegd. Sohaad en Basto, twee jonge archeologen, die bij de opgraving betrokken waren beheren de plek. Sohaad verklaarde de voorstelling terwijl Basto met een hoge druk spuit water op de voorstellingen spoot om ze uit te lichten. Daarna nodigden zij ons uit in hun kantoortje dat tevens Basto’s woning was. We zaten op zijn bed en kantoorstoel en op een komfoortje midden in de kamer werd thee gezet. Ze vertelden ons dat ze, alhoewel ze gelovige Moslims waren (Sohaad droeg de Hajib), ze door het contact met de Franciscaner heel veel van het Christendom waren gaan houden. De monnik was onlangs overleden en hun verdriet was duidelijk voelbaar. Het was zo’n moment dat eigenlijk te groot is om adequaat op te kunnen reageren. Wij lachten wat schaapachtig en bedremmeld slopen we de loods uit. (de tekening is gemaakt met hulp van foto’s van Hesseltje)
woensdag 3 augustus 2011
'Amina A'
Een week na het aftreden van Mubarrak in Egypte verscheen er een Blog op het internet onder de titel A Gay Girl in Damascus ondertekend door ‘Amina A’. Deze Blog ging in eerste instantie over hoe Moslima’s toch Lesbisch en gelovig konden zijn. Mijn ogen stonden op steeltjes toen ik de Blog voor het eerst las. De Arabische Lente had duidelijk ook de plaatselijke LGBT’s aangestoken. Dat was nog eens revolutie! Gaandeweg werd de Blog steeds politieker en actueler. ‘Amina A’ bleek geïnformeerd, kon goed schrijven en gaf solide achtergrond informatie. In het ‘Lesbische’ deel van de Blog werd weliswaar een heel rooskleurig beeld geschetst, maar goed, van het begin af aan was ervoor gewaarschuwd dat de Blog fictie was met hier en daar wat werkelijkheid. In de loop van april werd de Blog zelfs toonaangevend omdat veel Engelstalige nieuwsbronnen buiten en binnen Syrië onbetrouwbaar bleken en er geen journalisten het land in mochten. Een vriend van mij had contact met ‘Amina A’ en mocht van de Blogger alles uit de Blog halen wat hij kon gebruiken. Het was bijna te goed om waar te zijn. En inderdaad, twijfel over de identiteit van ‘Amina A’ ontstond toen de Blogger die de Syrische en Amerikaanse nationaliteit zei te hebben niet te traceren viel. Op 6 juni ontmaskerden de internet detectives ene Tom MacMannus als ‘Amina A’. Het feit blijft dat veel van de artikelen en opinies op de Blog informatief en interessant waren. Deze tekening is gemaakt in het museumpje van Maarrat An Numan waarover ‘Amina A’ uitgebreid heeft bericht o.a. over de kannibalistische Kruisvaarders die de Moslims rauw lustten.
maandag 1 augustus 2011
Ervaringen en geruchten
Alle toeristen ‘doen’ ongeveer dezelfde bezienswaardigheden en de chauffeurs en gidsen komen elkaar dan ook telkens tegen. Op deze tekening zien we onze chauffeur Ibrahim ervaringen uitwisselen met een collega op een terras bij de ruïnes van Sirgilla. Ze hebben reden tot ongerustheid. Het is al een paar weken hommeles in de zuidelijke stad Da’raa. Angst dat de onlusten zich over het land zullen uitbreiden is reëel. De dag ervoor heeft de bevolking van Aleppo president Bashar Al Assad het voordeel van de twijfel gegeven in een enorme uitbarsting van steun. Het begon in de nacht. Ik werd wakker van getoeter op straat. Mijn kamergenote zei onmiddellijk: ‘het is een huwelijk’. Maar het klonk niet feestelijk. Ik sprong uit bed en zag nog net een paar auto’s voorbij snellen waar jonge mannen uithingen die op kwaaie toon leuzen riepen. Echter al snel volgden auto’s met vlaggen en portretten van Bashar en een waar volksfeest barstte los dat de hele nacht duurde. Al Jazeera berichtte de volgende dag dat het regiem de demonstratie had georganiseerd. Dat kon er bij ons niet in omdat het te spontaan was overgekomen. Maar de geruchtenmachine was in gang gezet en zou niet meer stoppen. Berichtgeving die per SMS en mail uit Nederland kwam strookte niet met wat wij beleefden. Het zorgde wel voor twijfel en onrust. Ibrahim wist er ook het fijne niet van of wilde het ons niet zeggen. Zeker was dat hij en zijn collega’s bang waren voor hun werk als er een negatief reisadvies zou worden uitgevaardigd en de toeristenstroom zou opdrogen. Dat gebeurde uiteindelijk ook. Onlangs gaf het regiem de schuld aan de gidsen dat er geen toeristen meer naar Syrië komen: ze zouden te duur zijn geworden.
zaterdag 30 juli 2011
Idlib
Ten westen van Aleppo ligt op een kalkstenen plateau de provincie Idlib waar maar liefst 700 dode steden en nederzettingen stammend uit de Romeinse en Byzantijnse tijd verspreid liggen. In dit vruchtbare gebied streken gepensioneerde Romeinse soldaten neer om te boeren. Zij bouwden villawijken die blaakten van rijkdom en welvaart omringd door olijfboomgaarden, graanvelden en druivenranken. De eigenzinnigheid van de bewoners uitte zich niet alleen in de stijl van hun woningen. Zij hingen ook snel een nieuwe godsdienst aan: het Christendom. Echter na de 5de eeuw werd de streek getroffen door aardbevingen en epidemieën en vervielen de nederzettingen tot ruïnes. Tussen de olijfbomen zijn nog steeds de resten van villa’s en kerken te zien. Soms staan alleen de stenen deurposten nog overeind zoals op ‘de kop van het paard’ dat hoog boven de Orontes rivier uittoornt. Daar ontmoette ik een jonge boerin die met haar dochtertje op weg was naar huis. De oogst van haar wandeling, een grote bos vers gesneden look, droeg ze bovenop het hoofd. Haar dochtertje was een ketting van margrieten aan het vlechten. Het was een idyllisch tafereel. Ze vertelde dat zij en haar man behalve 100 olijfbomen ook schapen en geiten bezaten. Voor deze kleinere boeren is het zo belangrijk dat de subsidiekraan niet wordt dichtgedraaid dat de Bond van Keuterboeren onlangs heeft laten weten dat ze alleen hun steun aan oppositie groepen willen geven als ze die garantie nu al krijgen.
donderdag 28 juli 2011
Katten in de Islam
In de Khan Al Wazir is men er trots op dat dezelfde kattenfamilie er al sinds de opening van de Khan woont. Er zal heus wel eens nieuw bloed door de grote poort naar binnen zijn gewandeld, maar het idee spreekt aan. Voor mij was het nieuw dat katten in Islam een belangrijke plaats innemen. De Profeet Mohammed was een groot kattenliefhebber. Hij had een lievelings kat Muezza, die als hij predikte vaak bij hem op schoot zat. Het verhaal gaat dat toen hij op een keer gewekt werd door de oproep tot gebed en hij zich wilde aankleden Muezza op een mouw van zijn gewaad lag. Hij sneed de mouw af zodat Meuzza kon blijven slapen. In de Hadith staat dat je met respect met katten om moet gaan en dat je heus wel uit hetzelfde waterbakje als de kat mag drinken, maar je mag ze niet verhandelen. Katten zijn welkome dieren in de moskee en vaak kan je er brokjes krijgen om ze te voeren. In de tijd van Mohammed was er al een kattenasiel waar vrijwilligers voor zieke dieren zorgden. Voorname mensen lieten giften na aan moskeeën om voer te kopen en wijsgeren waren dankbaar dat de katten knaagdieren weghielden bij hun geschriften. Respect voor dieren is trouwens een belangrijk onderdeel van de Islamitische leer. Maar dat wil nog niet zeggen dat iedereen zich er aan houdt, want overal ter wereld geldt dat mensen met dieren omgaan zoals er met hen wordt omgegaan. (deze tekening is gemaakt met hulp van een foto van Hesseltje)
dinsdag 26 juli 2011
De Medina van Aleppo
Veel mensen die ik ken vinden de Medina van Aleppo aantrekkelijker dan die van Damascus. Het is een enorm winkelcentrum met 13 km overdekte winkelstraten. Doordat de straten nauw zijn en de plafonds laag lijkt de Medina klein en intiem, maar dat is bedrieglijk. Ik telde maar liefst 20 verschillende Soeks waarvan de oudsten uit de 15de eeuw stammen: het begin van de bloeiperiode die kwam na de oorlogen en aardbevingen die Aleppo teisterden. De Soeks maakten vaak deel uit van een Khan of Karavanserai waar de handelaren in bepaalde goederen of uit bepaalde landen hun waar te koop aanboden. De indeling van de Soeks is nog ongeveer hetzelfde al zijn de smederijen vervangen door de ijzeren buizen en de loodgieters Soek. Voor veel toeristen uit alle windstreken is de textiel Soek interessant. Daar wordt het pikante ondergoed verkocht waar Syrië beroemd om is. Deze tekening is gemaakt in de Khan Al Wazir de vroegere katoen Soek. Alhoewel het een prachtig Ottomaans gebouw is, is er helaas nog maar weinig nering en wordt het grootste deel gebruikt als parkeerplaats. Omdat ik er ging tekenen bleef ons groepje hangen bij een doeken en kleden uitdrager. Hesseltje ontpopte zich al snel tot een gewiekste klant die de kunst van het loven en bieden goed verstond. Vele kopjes thee later vertrokken wij beladen met todden, een tevreden handelaar achterlatend.
zondag 24 juli 2011
Aleppo
Aleppo staat bekend als muziekstad. Om die reputatie kracht bij te zetten liet Ibrahim ons in de bus een video zien van één van de zangmarathons die regelmatig in Aleppo worden gehouden. Het waren opnamen van een corpulent heerschap die negen uur achtereen zong met zo nu en dan een slokje water ertussen door. Zijn toehoorders, meest oudere heren en zeer jonge dames, staken hun waardering niet onder stoelen of banken. De dames, gekleed in hoge witte laklaarsjes, zeer korte rokjes en laag uitgesneden topjes met lange mouwen, dansten om beurten op de zwart/wit geblokte tegelvloer. Zij dateerden de beelden. Zoveel bloot kon alleen in de zeventiger jaren. Aleppo is één van de oudste nog bewoonde steden in de wereld. Het was lange tijd de grootste stad in de regio en werd in het Ottomaanse Rijk slechts overtroffen door Istanboel en Caïro. In de Romeinse en vroeg Christelijke tijd lag het in een dicht bevolkt, rijk agrarisch gebied. Het lag bovendien aan het einde van de zijderoute. Damascus nam uiteindelijk de handel in luxe goederen over. Dat betekende het einde van Aleppo als internationale handelsstad. Na de val van het Ottomaanse Rijk verviel het achterland bovendien aan Turkije. Daardoor werd Aleppo wel een veilige haven voor de Armeniërs die in de jonge Turkse republiek zwaar vervolgd werden. Op de tekening staat de indrukwekkende poort tot de machtige citadel van Aleppo.
vrijdag 22 juli 2011
Islamitisch Bankieren
‘Het verschil tussen Islamitische banken en andere banken is dat de Sharia, de Islamitische wetgeving, wordt toegepast in de transacties,’ legt de manager van de International Islamic Bank of Syria mij uit. ‘Dat betekent dat woeker verboden is en dat bankieren gebaseerd moet zijn op het delen van winst en verlies.’ Zijn klanten lenen vooral geld om een huis te bouwen of te kopen. ‘Als iemand bij ons komt om een huis te kopen, kopen wij het voor hem om het dan in huurkoop aan te bieden. Op die manier zijn wij mede probleemeigenaar. De bank zit met het huis als de klant zijn hypotheek niet kan afbetalen. In dat geval wordt de opbrengst van het huis verdeeld tussen de bank en de cliënt.’ Het klinkt te goed om waar te zijn. En hoe zit het met collateraal? ‘Als onderpand kan behalve startkapitaal ook de familie van de klant garant staan of de werkgever. De sterkte van het onderpand bepaalt de hypotheekrente.’ Over het bouwen van een huis zegt hij: ‘Dat is een gemeenschappelijke onderneming van de bank en de cliënt. De bank zorgt voor het geld voor materialen de klant levert het werk. Als het huis klaar is betaalt de klant de lening terug. Op die manier draagt de klant niet de hele last als het mis gaat.’ Het principe van solidariteit speelt bij Islamitisch bankieren een belangrijke rol. De bank en zijn eigen achterban staan vierkant achter de klant. Wat als de klant kind noch kraai heeft? ‘Nee, aan die mensen lenen wij niet.’ Omdat de onderliggende gedachte godsdienstig is draait alles om ethische investeringen en moreel verantwoorde aanschaf. Een bordeel of café wordt er niet mee gebouwd. Misschien zijn er daarom nog geen Islamitische banken in Nederland?
woensdag 20 juli 2011
De Vastgoed Boem
Als op het nieuws bericht wordt over tanks die een stad of dorp binnenrollen denk ik aan al die uitbundige nieuwbouw die kwetsbaar ligt te wezen. Al dat geld en moeite die de mensen zich getroost hebben om hun eigen droompaleisje te creëren kan met één schot van een tank teniet worden gedaan. De onlusten zullen heus wel een negatieve invloed hebben op de bouwvreugde, dacht ik. Schets mijn genoegen toen ik onlangs op het internet las dat door de chaos, de ‘building boom’ juist nieuwe hoogten bereikt. De bureaucratie schijnt niet meer te werken als voorheen (aan wie geef ik nu mijn smeergeld?). Mensen nemen het heft zelf in handen en bouwen er op los zonder vergunningen. Dat is nog eens een ‘carpe diem’ mentaliteit. Maar waar komt het geld voor de bouwmaterialen vandaan? Heus niet alleen uit de subsidiepot. Van de bank dus. In de grote steden vielen vooral de ‘Islamitische’ banken op. Wat heeft de schijn van goddelijke goedkeuring te bieden dat de andere banken niet hebben? Ik besloot een bezoek te brengen aan de ‘International Islamic Bank of Syria’. Ibrahim koos voor mij een afdeling uit vlak bij ons hotel in Aleppo. Het was donderdag, de zaterdag van de Islamitische wereld, en het was een drukte van belang. Een lange rij mensen stond aan de ingang te wachten om bankzaken af te handelen. Later hoorde ik dat het die dag extra druk was geweest vanwege de onrust die in het zuiden van het land was uitgebroken. Mensen wilden dicht bij hun geld zijn.
maandag 18 juli 2011
Hulp uit Amerika
Syriërs van alle gezindten die in de laatste 150 jaar naar De Nieuwe Wereld zijn vertrokken zijn het Moederland nooit vergeten. Ze blijven geld en goederen naar ‘huis’ sturen, getuige deze oude Amerikaanse schoolbussen die de leerlingen van het Maronitische schooltje staan op te wachten. In het Syrische Soapdrama dat zich momenteel voltrekt, speelt de VS een heel andere rol. Nadat Hillary Clinton Syrië aan haar boezem gesloten had op voorwaarde dat er voortaan Coca Cola en Hamburgers verkocht mochten worden (waarvan de gelden naar leden van de Assad familie zouden gaan), speelt zij nu de verontwaardigde tante. Het ondankbare regiem heeft duidelijk niet begrepen dat bij het Big Mac Menu ook een knieval voor de Amerikaanse waarden hoort. De Amerikaanse ambassadeur maakte onlangs een toeristisch uitje naar Hama om een vreedzame ‘pro-democratie’ demonstratie te aanschouwen wat Al Jazeera enthousiast als steunbetuiging aan de Sunni oppositie betitelde. De Syrische Christenen pikten het niet. Zij voelen zich in deze Soap ernstig door hun Sunni buren bedreigd en hadden andere steun uit het Christelijke Amerika verwacht. Ze wierpen stenen naar de Amerikaanse ambassade en toen de ambassadeur op zondag ter kerke toog werd hij er onceremonieus uitgezet. De oppositie heeft intussen een ‘Raad van Verlossing’ samengesteld die volgens de pers bestaat uit Islamisten, liberalen en onafhankelijken. Als ik Christen was, zou ik mij ook ongemakkelijk voelen.
zaterdag 16 juli 2011
Een Syrische Soap
Binnenkort is het weer Ramadan. Dan valt overdag de rust over de Arabische wereld en komt het leven pas weer op gang na zonsondergang. Ramadan op het heetste moment van het jaar is geen sinecure, maar omdat niemand mag eten of drinken valt het lijden door de solidariteit meestal wel mee. Één manier om de Ramadan op een relaxte manier door te komen is door overdag naar Syrische Soaps op TV te kijken. Die zijn grappig, ondeugend en gewaagd. Onderwerpen die in andere landen niet uitgebeeld mogen worden, worden in de Syrische Ramadan Soaps bij de hoorns gevat. Niet dit jaar. Dit jaar blijft de Arabische wereld ervan verstoken. De regiems in de Golfstaten en Saoedi Arabië, dikke vrienden van de VS, boycotten de producten uit de Syrische ‘Soek’. Ze willen daarmee de roep om ‘meer vrijheid en medezeggenschap’ steunen, zeggen ze (zolang het maar niet in eigen land gebeurt). Op deze manier hopen ze het weerbarstige Syrische regiem te laten vallen. Zal het ze lukken? Inmiddels is de situatie in Syrië hoe langer hoe meer gaan lijken op een echte Soap vol leugen en bedrog, familievetes en burenruzies, achterklap en moorden. Maar dan zonder de relativerende humor. Intussen waakt de Arabische Diva Fairouz over dit koffiehuis in de buurt van het Martelaren Plein. Regiems komen en gaan, maar zij, inmiddels 75, blijft zingen. Ibrahim draaide haar ’s ochtends in de bus als we op weg gingen: ‘Om ons in de stemming te brengen.’
donderdag 14 juli 2011
‘Doe-Het-Zelven’
Omdat er geen mogelijkheid is om de was ‘buiten de deur’ te doen doet Hesseltje haar wasje zelf in de wasbak van de hotelkamer en maakt er een zelfportret van. Syrië heeft officieel een socialistische geleide economie maar het is in werkelijkheid een ‘Doe-Het-Zelf’ economie. Hierdoor is de ‘Soek’ alles bepalend. Het regiem heeft zich ‘in de Soek ingekocht’. Daardoor worden de onlusten tot nu toe letterlijk buiten Bab Tuma gehouden tot grote ergernis van de VS en de EU. Zij roepen om ‘acties’ in de hoop dat Syrië ‘opengegooid’ kan worden. Zoals dat gebeurde in andere landen in de Arabische wereld waar grootschalige investeringen uit het ‘buitenland’ de kleine bestaande economieën grotendeels hebben vernietigd. In Syrië is door de tijd heen wel eens ‘buitenlands’ economisch gedachtegoed binnengelaten, zoals uit Sovjet Rusland, maar het is nooit aangeslagen. De ‘gesocialiseerde’ gezondheidszorg en het uitgebreide systeem van subsidieringen is er een overblijfsel van. Politiek gezien is de ‘Soek’ als economische factor vooral behoudend en gaat voor de status quo. Slechts eenmaal is de ‘Soek’ van Damascus meegegaan met een opstand en het is ze zeer duur komen te staan. Dat was in 1925 toen de Druzen tegen de Franse overheersers ageerde en Damascus hun kant koos. De Fransen bombardeerden de Oude Stad waarvan een groot deel platgelegd werd en veel slachtoffers vielen. Op de keper beschouwd is Doe-Het-Zelven helemaal niet zo’n slechte optie.
dinsdag 12 juli 2011
Langs de kant van de weg
Toen ik nog jong was, noemde ik mezelf geen toerist maar ‘reiziger’ omdat ik mijn duim opstak en wel zag waar ik uitkwam. Tijdens het liften was ik voornamelijk op mensen gericht: liftgevers, toevallige ontmoetingen en andere reizigers. Voor het eerst als toerist in een ‘geheel verzorgde reis’ ( http://www.hetvliegendenijlpaard.nl ) was ik vooral gefixeerd op monumenten en andere materiële zaken. Met mensen buiten ons groepje had ik nauwelijks contact. Toen ik nog liftte zag ik monumenten of bijzondere gebouwen bij toeval of mistte ze omdat ik niet wist dat ze er waren of niet kon duiden. Zo zouden deze lemen gebouwtjes in de woestijn mij ontgaan zijn. Wij zagen ze bij toeval vanuit onze luxe bus en vroegen Ibrahim om er te stoppen. Het lag er verlaten bij. Verwonderd liepen we er omheen en keken door de vensters. Medereiziger Willem gaf mij uitleg. Het waren een in aanbouw zijnde bijenkorfwoningen. Hele dorpen bestonden vroeger uit deze bijzondere gebouwen. Bijenkorfhuizen zijn opgetrokken uit blokken gedroogd leem met stro erin verwerkt voor de samenhang. De koepels maken het gebruik van hout voor de dakconstructie overbodig. Daardoor kan het weinige hout dat beschikbaar was gebruikt worden voor niet dragende constructies. Het leek erop dat alhoewel er overal in Syrië een ware ‘building boom’ aan de gang is, de bouw toch kleinschalig van opzet blijft. Erg mooi is deze toevalstreffer wel.
zondag 10 juli 2011
De Madrasa Halawiye of de Kathedraal van Sint Helena
Toerisme is op de keper beschouwd toch maar een vreemde aangelegenheid. Als toerist ga je ergens heen omdat ‘het leuk lijkt’. Meestal heb je er over gehoord of gelezen. Het prikkelt je fantasie. Je rijdt rond en bezoekt van te voren bepaalde plekken. Tijdens de duur van je verblijf ben in een bubbel geconcentreerd op het innemen van indrukken. ’S Avonds in het hotel ben je vaak het meeste alweer kwijt. Ik ben met deze Blog begonnen vlak nadat ik uit Syrië terug kwam. Bij de eerste paar tekeningen die ik op de Blog zette had ik niet zoveel te vertellen. Alles was nog te vers om het een plaats te kunnen geven. Ik was meer geïnteresseerd in wat er in Syrië gebeurde dan wat ik er zelf had beleefd. Eigenlijk schaamde ik mij. Mijn toeristische aandacht leek frivool in vergelijk tot de ernst van wat er gaande was. Ik moest mijzelf voorhouden dat 'ons' Syrië wel degelijk echt was. Gaandeweg zijn mijn indrukken gaan kristalliseren. Nu zijn er drie lagen waar ik uit put: de tekeningen die ter plekke gemaakt zijn, de verhaaltjes die na afloop opgetekend zijn en de voortdurende ontwikkelingen. Deze gelaagdheid is in veel van de oude gebouwen waar ik heb zitten tekenen letterlijk terug te vinden. Zoals in deze Madrasa Halawiye uit 1124 waar in de muur nog de treden van een trap te zien zijn uit een oudere tijd toen het de kathedraal van Sint Helena was. Is het een ‘trompe d’oeille’ of echt?
vrijdag 8 juli 2011
De gemeenschap van Deir Mar Musa
Een klant van mij vertelde hoe ze met haar vriendje naar Syrië was gereisd en al snel terecht was gekomen in een klooster waar een Italiaanse pater een internationale oecumenische gemeenschap bestierde. De rest van haar vakantie had ze er met veel genoegen geholpen met de bouwvak en het bewerken van het land. Op verzoek van Doutsje en mij nam Bert het klooster op in ons reisprogramma. Wij zouden er een dagtocht van maken vanuit Damascus. Zogezegd zo gedaan. Ik kan dus niet veel zeggen over de gemeenschap behalve wat ik in de gauwigheid zag. De vrijwilligers die wij meemaakten waren geëxalteerde dames en gelijkhebberige heren. Op zich een perfecte combinatie, maar ik prefereer het omgekeerde. De stroom toeristen leek geen invloed te hebben op de algehele rust en waardigheid in het klooster. De Italiaanse pater liet zich even zien om minzaam te groeten en was toen weer snel verdwenen naar de grot waar hij zijn tijd verbrengt met de enorme klus die het beheer van dit complex inhoudt. Terwijl ik zat te tekenen griste een jonge vrijwilliger mijn tekenboek uit mijn handen om er met een autoritaire houding in te bladeren. Voordat hij het op mijn aandringen teruggaf merkte hij op dat mijn lijnvoering stevig en kloek was voor een vrouw. Ik was blij toen ik de 350 treden weer af kon gaan.
woensdag 6 juli 2011
De weg naar Deir Mar Musa
Deir Mar Musa ligt ongeveer 80 km ten noorden van Damascus. Nadat je de M5 richting Aleppo hebt verlaten dwaal je in oostelijke richting door het oude stadje Nabk om dan de heuvels in te klimmen. Daar vliegen zwermen plastic zakken je tegemoet eeuwig slachtoffer van de thermische krachten. Ze komen van een enorme vuilstortplaats waar ze als exotische bloemen schitteren in het zonlicht. De weg slingert verder de woestijn in. Een afslag brengt je terug naar de steile heuvelwand. Pas op het laatste moment als je al onder de wand bent zie je een bergspleet met daarboven een rechthoekige stenen toren. Het is een oude plek met een natuurlijke waterberging, bergweiden en moeilijke toegankelijkheid. In de Romeinse tijd stond er al een uitkijktoren. Daarna kwamen de Christelijke heremieten die in de grotten woonden. Één van hen was de zoon van de koning van Ethiopië, Musa Al Habashi. Hij werd het slachtoffer van een repressief regiem en verdiende dientengevolge de status van heilige. 350 treden leiden naar het klooster dat zijn naam draagt. En als je je afvraagt of ieder pak suiker en iedere zak cement ook naar boven gedragen moet worden, stel je gerust: er is een kooi die via kabel en lier voorraden naar boven en oogst naar beneden transporteert.
maandag 4 juli 2011
Het klooster van Deir Mar Musa al Habashi
Gisteren was ik thuis bij mijn medereizigers Doutsje en Willem. We hadden het natuurlijk over de onlusten in Syrië en Doutsje zei dat ze zich vaak afvroeg hoe het nu met de mensen in Deir Mar Musa was. Zou alles aan hun voorbij gaan of zouden zij belaagd en verdreven worden? Doutsje refereerde aan de fresco’s in de kerk die dateren uit de 11 en 12de eeuw. Vanaf het begin van de 19de eeuw stond het klooster verlaten in de bergspleet, ongezien vanaf de weg ver beneden in de woestijn en ongemoeid gelaten door de locale bevolking. Totdat in 1983 een paar jonge jongens om misplaatste redenen de fresco’s beschadigden. ‘Zo begon het ook in Joegoslavië,’ zei Doutsje somber. Maar in 1984 nam een groep Arabische en Europese vrijwilligers onder leiding van een Italiaanse pater en met hulp van de Italiaanse en Syrische regering de restauratie van het klooster op zich. Zij restaureerden wat was overgebleven van de fresco’s. De fresco’s bleken in drie lagen op de muur geschilderd te zijn en iedere laag stelde iets anders voor en dateerde uit een andere eeuw. De restauratie van het complex is inmiddels voltooid en er woont nu een kleine internationale gemeenschap die er het land bewerkt en de gebouwen onderhoudt en ongetwijfeld iets religieus doet.
zaterdag 2 juli 2011
De Idus van maart in Damascus
15 maart was de eerste dag van ons verblijf in Syrië. Na de ochtend op de Quasiun doorgebracht te hebben reden we langs de Barada rivier op weg naar de Soek toen we in een file terecht kwamen. Vanuit de bus sloeg ik de mensen gade die langs de rivier flaneerden. Plotseling zag ik hoe mannen in leren jacks uit auto’s sprongen. Één van hen kwam zelfs uit de kofferbak gekropen. Ze renden naar iets dat uit het zicht gebeurde. De mannen hielden krampachtig één hand in de zij gedrukt alsof ze bang waren dat hun revolver uit de jaszak zou vallen. Het beeld was zo in mijn geheugen gegrift dat ik na de reis er deze tekening van heb gemaakt. Bert ( http:// www.hetvliegendenijlpaard.nl ) had het voorval ook gezien en vroeg Ibrahim, onze chauffeur wat er aan de hand was. Hij antwoordde dat het agenten waren die achter boeven aanzaten. Aan het einde van de middag toen we door de hoofdader van de Soek liepen was er weer een incident met rennende mannen en veel geschreeuw. Achteraf bleek dat er die dag voor het eerst een demonstratie was geweest in Damascus. De demonstratie was niet de eerste die afgekondigd was op Facebook maar wel de eerste waar inderdaad mensen op afkwamen. Zo begonnen de onlusten die nu nog voortduren en waarvan het einde nog niet in zicht is.
donderdag 30 juni 2011
De Joodse gemeenschap in Damascus
Er wonen nog maar een paar Joden in Damascus, maar al in Bijbelse tijden was de stad een belangrijk centrum van Joodse cultuur. Later kwamen de Sefardische Joden er nog bij. Zij werden door de Turkse heersers in bescherming genomen toen ze de Spaanse en Portugese Inquisitie ontvluchtten. In de Bab Tumawijk van de oude stad (waar deze tekening gemaakt is) is de ‘Ilfrange’ synagoge van deze ‘buitenlanders’ nog te vinden. Relaties tussen Moslims en Joden zijn altijd goed geweest. Tot na de val van het Ottomaanse Rijk toen de regio versnipperde en in chaos verviel. Echter de meeste Joden zijn in de 19de eeuw om economische redenen uit Damascus vertrokken: de handel was ingestort en de stad verarmd. De verhouding tussen Christenen en Joden is van het begin af aan minder goed geweest. In de muur rond de oude stad is nog het raam te bewonderen van waaruit Paulus in een mand aan de gram van de Joodse gemeenschap zou zijn ontkomen. Paulus predikte immers dat Jezus de Messias was waar zij op zaten te wachten: mooi niet dus. Daarna hadden de Christenen het op de Joden voorzien. Het culmineerde in 1840 toen de Joodse gemeenschap de beschuldiging in de schoenen kreeg geschoven van ‘rituele moord’ op Christelijke zuigelingen en de daarmee samenhangende dood van een Franse missionaris (Unholy War, D. Kertzer over het kerkelijk anti-semitisme). Momenteel is men met steun van de vermaledijde Bashar Al Assad bezig met de restauratie van de Racqy of Al Raqi synagoge in het kader van: hoe klein de religieuze gemeenschap ook is ze heeft recht op een plaats in de gemeenschap.
dinsdag 28 juni 2011
In de Omajjadenmoskee
De Omajjadenmoskee is het hart van Damascus. Het is één van de oudste moskeeën ter wereld en is gebaseerd op het huis van Mohammed in Medina. Eerst was het echter een tempel ter ere van Jupiter, toen een kerk opgedragen aan Johannus de Doper om in de 7de eeuw een moskee te worden. Het hof is een van de mooiste en prettigste openbare ruimten die ik ken. Ondanks de enorme proporties is het intiem. Misschien komt het omdat de plavuizen glimmen als ijs en de mensen over water lijken te lopen. Misschien komt het omdat het perfect van akoestiek is vanwege de geluidabsorberende galerijen. Of misschien komt het omdat iedereen er plezier scheen te hebben. Behalve dan de Iraanse toeristen. Zij kwamen er met een missie: het bezoek aan de plek waar het hoofd van de Imam Hoessein door zijn overwinnaar aan het volk van Damascus getoond werd. Een daad die in de nog prille Islam het definitieve schisma inluidde tussen Sunni’s en Shia’s. Trouwens ook Johannus de Doper heeft hier zijn hoofd achtergelaten. Het ligt in de gebedsruimte verstopt achter wit marmer. Terwijl ik daar zat werd ik voortdurend op de foto gezet met en zonder fans zelfs door deze strenge Iraanse toerist. Het kwam vast omdat mijn Hijab zo slecht zat. Ik ben ook veel te ‘butch’ voor een hoofddoek.
zondag 26 juni 2011
Cultuurgeschiedenis
Terwijl ik in de Omajjadenmoskee tegen een pilaar zat te genieten, mijmerde ik over het heilige schrift van de Mohammedanen, de Koran en de gevolgen die het heeft gehad. De Koran is het woord van God en zijn laatste en definitieve openbaring. Vanaf 610 is het over een periode van 23 jaar aan de profeet Mohammed onthuld. Vlak na zijn dood is de tekst bestaande uit 114 gedichten of Sura’s verzameld in een boek. Deze Sura’s moeten voorgedragen worden. Het Arabische dialect waarin ze zijn opgetekend is daarom tot standaard Arabisch geworden. Naast de Sura’s zijn er de uitspraken, daden en goedkeuringen van Mohammed: de Hadith. De Hadith werden verzameld en op authenticiteit getoetst in de twee eeuwen na Mohammeds dood en dienen als belangrijkste sleutel tot de betekenis van de Sura’s. Integraal verbonden aan de Hadith is de Sunnah, de tradities rond het leven, familie, vrienden en de maatschappij die teruggaan tot aardsvader Abraham. Tenslotte is uit al deze bronnen de Sharia, de gedragscode of wetboek, ontstaan. De Sharia wordt op vele manieren uitgelegd en doordat het toegepast wordt op vraagstukken waar in de primaire bronnen geen voorbeeld van is, is het interpretabel en fluïde in tegenstelling tot de Koran zelf. De openbaring van de Koran en alles wat er bij kwam kijken, heeft in de daaropvolgende eeuwen gezorgd voor een geweldige intellectuele explosie in de gebieden die bekeerd werden tot de Islam en heeft geleid tot culturele en wetenschappelijke uitingen op een schaal die z’n weerga niet kent.
vrijdag 24 juni 2011
Toerisme in Syrië
Toerisme zoals wij het kennen met hoogontwikkelde attracties, bezoekerscentra, busladingen vol nieuwsgierigen en kustplaatsen vol hotels kent men in Syrië niet. Zelfs in de grootste toeristenattractie van het land Palmyra (wereldberoemd vanwege al die zuilen) is het een rustige bedoening. Op de dag dat ik deze tekening maakte, hebben een vijftal bussen een handjevol Fransen en Italianen gebracht die al snel verloren raken temidden van de uitgestrekte ruïnen. Toch is het toerisme in Syrië al heel oud. Denk aan de nieuwsgierigen in de oudheid die van alle delen van de wereld kwamen om San Simeon te zien paalzitten en die de wonderen van Saidnaya kwamen aanbidden. Denk ook aan de Shiïtische Moslims die al meer dan een millennium lang komen huilen bij het hoofd van Hoessein. Om de pelgrims niet te vergeten die op weg naar Mekka Aleppo en Damascus ‘aandeden’. De Soek van Damascus had niet voor niets een wereldwijde reputatie vanwege de rijkdom en overvloed. Vanaf de 18de eeuw kwamen de Europeanen die de ‘mystiek’ van de ‘Orient’ willen proeven en de ‘Bijbelse’ locaties met eigen ogen willen aanschouwen. Op deze tekening heb ik het huidige toerisme proberen samen te vatten: reisgenoot Willem is de wonderen van Palmyra aan het schetsen in de rust van de late namiddag, terwijl een Bedoeïen meisje de magere opbrengst van de dag zit op te tellen.
woensdag 22 juni 2011
Moederdag
Veel is veranderd sinds de heerschappij van Koningin Zenobia in Syrië. Moederdag is nu een belangrijke feestdag. Het wordt gevierd op de bekende manier met uitjes naar buiten om ‘en famille’ te BBQen. Wij kwamen Umm Ashyra tegen terwijl ze met haar dochters en kleindochters door de ruïnen van Sarqi ronddoolde. De dochters hadden er schik in en filmden elkaar en de dames in ons gezelschap met hun mobieltjes, terwijl hun moeder zich meer tot mij aangetrokken voelde. Daar maakte ik natuurlijk meteen misbruik van. Wij trokken ons in de schaduw van een muur terug en lieten de jonkies darren. Later bleek dat aan de rand van het ruïnecomplex de broer en schoonzoon van Umm Ashyra vanaf de laadklep van een open vrachtwagen een feestmaal voor Moeder aan het bereiden waren. Een heel schaap werd er op een gaskomfoor gebraden. Wij dronken een kopje koffie mee en trokken toen verder zoals toeristen dat betaamt. Er was nog enige verwarring over de naam Umm Ashyra. Volgens onze chauffeur Ibrahim was Ashyra de naam van haar stam. Dan zou ze zich dus als ‘Stammoeder’ hebben voorgesteld. Mooier kan het niet.
maandag 20 juni 2011
Zenobia van Palmyra
Het leukste aan Palmyra is dat het in de 3de eeuw de geboorteplaats was van de strijdbare koningin Zenobia en dat zij daar nog voortleeft in voorstellingen, munten en inscripties. Zenobia of Zainab in het Arabisch, werd op haar 27ste koningin van het Palmyreense Rijk dat zij over het hele Midden Oosten tot en met Turkije uitbreidde. Ze was een donkere, stoere en intelligente schoonheid met fonkelende zwarte ogen, Alhoewel ze een reputatie had een kuise dame te zijn, reed, jaagde en feestte ze met de besten. Ze omringde zich met dichters en filosofen en op het slagveld mengde ze zich graag in het strijdgewoel. Helaas was haar regeerperiode maar van korte duur. De Romeinse keizer Aurelius, boos omdat zij belangrijke handelsroutes van de Romeinen had afgepakt, trok tegen haar ten strijde en vernietigde haar leger. In gouden ketenen werd zij daarop naar Rome gebracht waar ze of onthoofd werd of in vrijheid werd gesteld om een populaire gastvrouw te worden. Op de tekening is het voorportaal van de tempel van Bel te zien. De tempel is in redelijke staat omdat het vanaf de 12 eeuw als moskee werd gebruikt wat verder verval tegen ging. De locatie zelf was, zoals zo vaak bij heiligdommen, al veel langer in gebruik.
zaterdag 18 juni 2011
Women2Drive
Dit is weer een leuke tekening van Hesseltje. Een vrachtwagen vol boerenvrouwen in Niqab op weg naar het land of de markt. In Syrië is dat een gewoon gezicht. In de patriarchale Arabische wereld neemt Syrië een bijzondere plaats in: vrouwen hebben meer rechten en er is nauwelijks analfabetisme. Alle vrouwen mogen rijden en mogen dragen wat ze willen. Zoniet in Saoedi Arabië daar mogen vrouwen helemaal niets en rijden al helemaal niet. Toch zijn er veel vrouwen in Saoedi die een internationaal rijbewijs hebben dat ze in het buitenland o.a. in Syrië gehaald hebben. In mei heeft Manal Al Sharif een filmpje op YouTube gezet waarop ze te zien is achter het stuur van een auto terwijl ze door Riyadh rijdt. Onderweg legt ze uit waarom vrouwen achter het stuur thuishoren. Er kwam een Twitter en Facebook actie op gang om op vrijdag 17juni zoveel mogelijk vrouwen achter het stuur te krijgen. Manal is voor haar actie achter tralies verdwenen. Maar op 17 juni zijn de vrouwen in Saoedi in de auto weggereden. De eerste lentebloesem in Saoedie Arabië? Kijk op YouTube naar Women2Drive.
donderdag 16 juni 2011
Somberen op het zwarte tufsteen van Jebel El Druze
Je kan je niet tot Druze laten bekeren of bekeerd worden. Je wordt als Druze geboren en houdt het Druzendom in stand door met een Druze te trouwen. Met ca 1 miljoen Druzen in de wereld is dat een heel kleine genpoel. De Druzen zijn ambitieus en timmeren graag aan de weg. Ze hebben dan ook relatief veel grootheden voortgebracht zoals Farid Al Atrash bekend bij liefhebbers van Arabische muziek. Druzenmeisjes en vrouwen gaan niet gesluierd en gezien de mode van het moment is de kleding vooral zwart en strak. Ik zat hier in Shahba de eeuwenoude straatstenen te tekenen op de stoep van een monteur van petroleum kookstelletjes. Hij vond de nieuwlichterij in kookapparatuur maar niets. Er gaat volgens hem niets boven een gerecht dat bereid is op een komfoortje. Het enige gasstel in de zaak gebruikte hij dan ook als parkeerbelemmering. De bestrating is van de zwarte vulkanische tufsteen die alles bepalend is voor het uiterlijk van heel Jebel el Druze. Het was de enige streek in Syrië waar ik mij niet prettig voelde. Zelfs de uitbundige nieuwbouw in schitterende pastelkleuren kon mijn bedrukte stemming niet verlichten. Mijn reisgenoten daarentegen dartelden opgewonden rond tussen de zwartgrauwe restanten van Romeinse theaters, vroegchristelijke bisschoppelijke paleizen en daalden af in diepe cisternen.
dinsdag 14 juni 2011
Shahba een Druzenstad
Jebel El Druze is in de 19de eeuw verlegd van Zuid Libanon naar Zuid-West Syrië. Zo is het antieke Shahba tegenwoordig een Druzenstad. In Shahba zijn alle aspecten van het urbane Syrische landschap aanwezig: zuilen (oud en nieuw), hergebruikte oudheid zoals het wegplaveisel en de muur van zwart tufsteen, binnenplaatsen, Koreaanse middenklassers, pick-up trucks met custom-built opbouw voor het vervoer van goederen, mensen en dieren, knetterende brommertjes voor de hele familie, en op het dak: televisie schotels, zonnewarmte collectoren en plastik watertanks. Deze knalrode watertanks beheersen niet alleen in Jebel El Druze het zicht op dorpen en stadjes, maar overal in Syrië. Onlangs waren de watertanks makkelijk doelwit voor de troepen die stadjes en dorpen omsingelden die in opstand zijn tegen het huidige bewind. http://www.syriacomment.com
zondag 12 juni 2011
En dan de Druzen
In Zuid-West Syrië ligt Jebel El Druze, het gebied van de Druzen. De Druzen zijn een godsdienstige groep die in de 11de eeuw voortgekomen is uit het Shiïsme. Ze geloven in één ondeelbare, onplaatsbare God. De Druzen zijn verdeeld in wetenden en niet-wetenden. De wetenden (zowel mannen als vrouwen) houden de godsdienst in stand die verder op geheimhouding berust zodat in tijden van nood het makkelijk te verbergen is. De Druzen vormen weliswaar een hele kleine, vaak vervolgde, minderheid van de bevolking van Syrië, Jordanië, Israël en Libanon toch zijn ze door hun assertieve gedrag in het laatste millennium een zeer belangrijke politieke factor geweest en zijn ze het nog steeds. De Syrische Druzen steunen bijv. succesvol het huidige regiem (zoals te zien is in de films 'De Syrische Bruid' en ’Shout'). Deze citadel die zowel de toegang als de omgeving van het veel oudere Palmyra beheerst is gebouwd in het begin van de 17de eeuw door een Druze veldheer die grote delen van Syrië in zijn macht had ondanks dat hij een onderdaan van het Ottomaanse Rijk was.
vrijdag 10 juni 2011
Communicatiemiddelen in het Nationaal Museum in Damascus
Eind 2010 hief Hillary Clinton de Amerikaanse blokkade op de verkoop van ICT aan Syrië op. Hiermee kon Syrië ineens vrijelijk opstoten in de wereld van de mobiele telefonie, het internet en de sociale media zoals Facebook. Gekopieerde software, proxies en IP adressen in andere delen van de wereld waren niet meer nodig. Dat wil niet zeggen dat nu alles werkt. Je kan je Blackberry nog steeds niet gebruiken. Dus de Gigi Ibrahim’s van Syrië communiceren vooral via mobiele telefoons. Echter de provider is in handen van een lid van de regerende familie... De gemiddelde Syriër kan nu software aanschaffen, maar kan het niet betalen. Daarom werken de meeste hotels en café’s die Internet aanbieden met gekopieerde versies van o.a. Doctor Norton die niet te updaten zijn. Daardoor ligt het ‘beveiligde’ internet verkeer wijd open voor hackers. Dit leidde tot enorme frustratie bij mijn reisgenoten. Zij hadden veel moeite om een ‘veilige’ internet verbinding te vinden. Ze vonden zo’n internetwinkeltje in de krochten onder ons hotel in Damascus. De eigenaar was een Russische Syriër die toen al de hete adem van het ‘veiligheidsapparaat’ in zijn nek voelde.
woensdag 8 juni 2011
Alleen maar vriendinnen?
Dikkerdje en Hoofddoekje waren aan het spijbelen. De hele ochtend hingen ze op en om de schommel in het park. Gezien de buurt waarin het park lag, zal Dikkerdje Armeens zijn geweest en Hoofddoekje was ongetwijfeld een Moslima. Ze hadden alleen oog voor elkaar en hadden elkaar ontzettend veel te vertellen. Hoofddoekje moest haar beste vriendin alsmaar aanraken. Dan sprong ze opgetogen van de schommel en greep Dikkerdje stevig vast om dan met oneindige affectie haar hoofd tegen zich aan te drukken. Daarna renden ze allebei weg uit het zicht in uitgelaten vreugde om even later toch weer op hun stek terug te keren. Toen de school uitging voegden ze zich braaf bij de stroom meisjes die huiswaarts keerden. Op een dag zal Hoofddoekje veranderen. Ze zal tijdens het huwelijk van haar zus of nichtje ineens gefascineerd raken door dat facet van het leven. Dikkerdje zal dan niet meer belangrijk voor haar zijn. Dikkerdje zal verbijsterd achterblijven, op haar nagels gaan bijten en moeilijk en opstandig worden tot wanhoop van haar ouders. Maar uiteindelijk zal ze tot grootse daden komen. Zo gaat dat in het leven.
maandag 6 juni 2011
Chillen in Beit Jabri
Als toerist schaats je over de oppervlakte van een land. Wat onderhuids speelt ontdek je alleen als je er woont. En dan nog hangt het er van af wat je wil zien. Voor ons als toeristen was Syrië een verademing. Het voelde veilig. Het was niet vercommercialiseerd maar wel cultureel verfijnd. Wat vooral in het oog sprong was een economische welvaart op een kleinschalig, fijnmazig niveau. Eigenlijk zoals ik het in mijn eigen land zou willen zien. De Syriërs bleken ontwikkeld, leken tevreden en deden zich binnen hun eigen cultureel religieuze context zelfbewust voor. Waar in ons land de agressiviteit in het oog springt waarmee culturele en religieuze verschillen gepresenteerd worden, leek het alsof in Syrië mensen in harmonie naast en met elkaar leven. Dat Syrië geregeerd wordt door één familie is niks nieuws onder de zon. In welk land in de Arabische wereld is dat niet zo? Dat er aan de poten van die dynastieën gezaagd wordt en dat machthebbers in paranoïde waanzin te keer gaan is eigenlijk ook niets nieuws, toch? ‘s Lands wijs ‘s lands eer, denk je, het zal wel altijd zo blijven. Maar is dat wel zo? Toen ik de eerste dag dat ik in Syrië was deze jonge mensen zat te tekenen had ik graag willen weten wat belangrijk voor hen was en natuurlijk voelde ik ook de onredelijke jaloezie van een ouwe taart die alles al weet, kent en denkt te hebben gezien en die ineens bij anderen hoop meent te ontdekken.
zaterdag 4 juni 2011
Op de binnenplaats van het Azem paleis in Hama
De schaduwrijke binnenplaats is in het Midden Oosten een standaard onderdeel van de meeste familiehuizen die gebouwd zijn vóór het tijdperk van de car-port en de air-conditioning. De kamers zijn rond de binnenplaats gegroepeerd en een fontein en citrusbomen mogen niet ontbreken. Focuspunt is een toneel met zitkussens en tapijten waar de familie na de dagelijkse beslommeringen in de koelte van de avond kan genieten. In het familie deel van het Azempaleis is het niet anders behalve dat de monumentale boom rechts een Magnolia of Tulpenboom is. Terwijl ik zat te tekenen had ik een persoonlijke bewaker. Niet dat ik daar behoefte aan had, maar hij voorzag mij gedienstig van een eindeloze stroom kopjes thee. Ik had dus niet te klagen. Hij leek deel uit te maken van het meubilair. Hij was zelfs gebouwd als een klerenkast alhoewel zijn slecht zittende zwart-leren jack hem als iemand van de Syriësche geheime dienst, de Mukhabaraat, identificeerde. Toen het middaguur aanbrak begonnen één voor één alle Muezzin van Hama de gelovigen vanaf de minaretten van de moskeeën tot het gebed op te roepen. Deze Adhan is een kunstvorm en alle Muezzin geven er op een eigen manier vorm aan. Het is indrukwekkend en ontroerend om al die geschoolde mannenstemmen met passie en overgave te horen zingen. Je wordt er stil van. Maar niet de vogels. Die voegen onbeschaamd hun lied luidkeels aan de polyfonie toe.
donderdag 2 juni 2011
Het medium is de massage
Onlangs overleed Gil Scott-Heron de Beatnik die onsterfelijk werd met zijn confronterende, pop-arti en rake song: ‘The revolution will not be televised’. Omdat de media alleen maar oog hebben voor de belangen van de machthebbers denken de mensen in de krochten van de samenleving er net zo over. Immers ‘alleen de misdaden van de rijken en de dood van de armen blijven onopgemerkt’. Totdat de Arabische nieuwszender Al Jazeera een camera hing op het dak van een gebouw belendend aan Tahrir (Bevrijdings) Plein in Cairo. Voor het eerst kon de wereld zien hoe revolutie er ‘live’ uit ziet. Daar hebben de machthebbers van geleerd. Nu worden geen buitenlandse journalisten meer toegelaten in landen waar machthebbers iets te vrezen denken te hebben zoals Syrië. Alsof journalisten niet te manipuleren zijn... De andere media hebben inmiddels de revolutie veranderd in een 'You Tube' opstand. Op de tekening licht Hillary Clinton op de TV militair ingrijpen in Lybië toe. De bezoekers van dit Damasceense koffiehuis nabij het Marjeh (Martelaren) Plein bespreken de smoezen waarmee al die machthebbers hun daden legitimeren. De flipzijde van Scott-Herron’s singeltje heeft trouwens nog zo’n heftige titel: ‘Home is where the hatred is’ doelend op leven in een land waar (rassen/etnische) haat aan de orde van de dag is.
dinsdag 31 mei 2011
Het Takkiya complex
Dit staaltje van verrukkelijke Ottomaanse architectuur is ontworpen door architect Mimar Sinan halverwege de 16de eeuw voor een religieuze orde der Sufi’s. Het complex bestaat uit een moskee, een armenhuis met gaarkeuken (zie 8 april), een internaat voor dervishes en een later toegevoegde Madrasa. Sufisme concentreert zich op de verinnerlijkte en mystieke kant van Islam. Het is een manier om in de nabijheid van de goddelijke aanwezigheid te komen. De ‘Zoeker’ hoopt het te bereiken door zang, dans, het opzeggen van de 99 namen van God, ascetisme en het vermijden van alles dat het goddelijke ontkent. De Sufi filosofie is universeel van karakter. In de middeleeuwen heeft het Sufisme grote invloed uitgeoefend op Joodse denkers wat weer resoneerde in het werk van onze eigen filosoof Spinoza. Toen wij voor de poort stonden was het vanwege renovatie gesloten, maar Bertje onze reisleidster van http:// www.hetvliegendenijlpaard.nl wist de religieuze beheerder te overtuigen van onze goede bedoelingen door de volle begroetingsformule in het Arabisch over hem uit te storten. Piepend en krakend ging het ijzeren hek open en wij betraden het bijzonder fraai vormgegeven hof. Ondanks dat de gebouwen in slechte staat zijn inspireert de serene architectuur nog steeds tot een metafysische verwondering.
zondag 29 mei 2011
Ottomaanse Architectuur
In Aleppo en Damascus waant de toerist zich in een ware supermarkt van bouwstijlen. De hele geschiedenis van de architectuur in dat deel van de wereld staat hutje-mutje dicht tegen elkaar en boven op elkaar. Door deze mogelijkheid tot vergelijk springen er ineens stijlen uit die je bijzonder aanspreken. Zo maakte op mij de Ottomaanse architectuur een diepe indruk. Wat het nooit eerder had gedaan. Het is de architectuur van de uit Turkije afkomstige Ottomaanse overheersers die het Midden Oosten regeerden in de tijd dat het Habsburgse Rijk grote delen van Europa in zijn macht had. Beide rijken gingen tegelijk ten onder. De echo’s van die ondergang klinken nu nog door in de wereld. De Ottomaanse architectuur was de synthese van alle voorgaande bouwkundige tradities en de technische en spirituele vernieuwing ervan. De koepel is en blijft het essentiële kenmerk ook als in de loop van de eeuwen de stijl verandert. Tijdens mijn verblijf in Syrië werd ik verliefd op de solide en tegelijk frivole gebouwen of het nu moskeeën, koopmanshuizen, paleizen of karavansera’s waren. Deze tekening heb ik gemaakt op de binnenplaats van het 18de eeuwse paleisje van de Azem familie in Hama waar de kogelgaten nog in de muren zitten van de opstand van 1982.
vrijdag 27 mei 2011
Nieuwbouw
Één van de eerste dingen die in Syrië opvallen is Nieuwbouw. Overal wordt Nieuwbouw gepleegd. Niet de naar de hemel reikende erecties van ‘Corporate Pride’ zoals overal elders in de wereld, maar uitbundig gedecoreerde familie residenties. Ook wat dat betreft gaat Syrië haar eigen gangetje. Er is hier en daar wel iets hogers in Damascus en Aleppo en er zijn plannen om echte wolkenkrabbers te doen verrijzen, maar voorlopig is de meeste Nieuwbouw vertrouwenswekkend kubusvormig en dicht tegen de grond. Wel wordt er met de bouw van ieder huis rekening gehouden met uitbreiding. Meestal staan de betonnen zuilen al klaar op het dak ter voorbereiding van nog een verdieping of die er komt of niet. Maar de maatvoering blijft kleinschalig en privé. Boven Ma’loula ligt het stokoude klooster van de heilige Joris. Daar klinkt het ‘Onze Vader’ in het Aramees de taal die volgens de overlevering door Jezus zou zijn gesproken. Dat neemt niet weg dat recht tegenover de ingang tot het antieke monument gloednieuwe villa’s in aanbouw zijn, want iedere bevolkingsgroep wil dicht bij de bron van hun cultuur verblijven.
woensdag 25 mei 2011
Oud en nieuw
In het Christelijke bergstadje Ma’loula trof ik deze oude Sovjet tractor neus aan neus met een glimmend nieuwe middenklasser uit Korea. Sinds de onafhankelijkheid heeft Syrië een opvallende politieke koers gevaren met telkens andere regionale en internationale partners. Het heeft ooit samen met Egypte een Verenigde Arabische Republiek gevormd. Het schurkte een beetje tegen Sovjet Rusland aan. Tijdens de 1ste Golfoorlog stond het aan de kant van Amerika, maar toen de 2de Golfoorlog uitbrak behoorde het met Iran volgens Bush tot de ‘Axis of Evil’. Tegenwoordig is het ‘Beste Vrienden’ met de snel opkomende regionale macht Turkije waar Syrië historische banden mee heeft. Echter door al dat gefriemel is Syrië verfrissend vrij gebleven van de graaiende vormen van markt kapitalisme dat de regio zó heeft verarmd dat de revolutie wel moest uitbreken (de onvrede in Syrië gaat over het gebrek aan politieke vrijheid en medezeggenschap zie: http://www.syriacomment.com ). Toen ik deze tekening zat te maken kreeg ik grijnzend bijval van een Syriër die over mijn schouder meekeek.
Abonneren op:
Posts (Atom)