woensdag 6 juli 2011

De weg naar Deir Mar Musa

Deir Mar Musa ligt ongeveer 80 km ten noorden van Damascus. Nadat je de M5 richting Aleppo hebt verlaten dwaal je in oostelijke richting door het oude stadje Nabk om dan de heuvels in te klimmen. Daar vliegen zwermen plastic zakken je tegemoet eeuwig slachtoffer van de thermische krachten. Ze komen van een enorme vuilstortplaats waar ze als exotische bloemen schitteren in het zonlicht. De weg slingert verder de woestijn in. Een afslag brengt je terug naar de steile heuvelwand. Pas op het laatste moment als je al onder de wand bent zie je een bergspleet met daarboven een rechthoekige stenen toren. Het is een oude plek met een natuurlijke waterberging, bergweiden en moeilijke toegankelijkheid. In de Romeinse tijd stond er al een uitkijktoren. Daarna kwamen de Christelijke heremieten die in de grotten woonden. Één van hen was de zoon van de koning van Ethiopië, Musa Al Habashi. Hij werd het slachtoffer van een repressief regiem en verdiende dientengevolge de status van heilige. 350 treden leiden naar het klooster dat zijn naam draagt. En als je je afvraagt of ieder pak suiker en iedere zak cement ook naar boven gedragen moet worden, stel je gerust: er is een kooi die via kabel en lier voorraden naar boven en oogst naar beneden transporteert.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten