maandag 18 juli 2011

Hulp uit Amerika

Syriërs van alle gezindten die in de laatste 150 jaar naar De Nieuwe Wereld zijn vertrokken zijn het Moederland nooit vergeten. Ze blijven geld en goederen naar ‘huis’ sturen, getuige deze oude Amerikaanse schoolbussen die de leerlingen van het Maronitische schooltje staan op te wachten. In het Syrische Soapdrama dat zich momenteel voltrekt, speelt de VS een heel andere rol. Nadat Hillary Clinton Syrië aan haar boezem gesloten had op voorwaarde dat er voortaan Coca Cola en Hamburgers verkocht mochten worden (waarvan de gelden naar leden van de Assad familie zouden gaan), speelt zij nu de verontwaardigde tante. Het ondankbare regiem heeft duidelijk niet begrepen dat bij het Big Mac Menu ook een knieval voor de Amerikaanse waarden hoort. De Amerikaanse ambassadeur maakte onlangs een toeristisch uitje naar Hama om een vreedzame ‘pro-democratie’ demonstratie te aanschouwen wat Al Jazeera enthousiast als steunbetuiging aan de Sunni oppositie betitelde. De Syrische Christenen pikten het niet. Zij voelen zich in deze Soap ernstig door hun Sunni buren bedreigd en hadden andere steun uit het Christelijke Amerika verwacht. Ze wierpen stenen naar de Amerikaanse ambassade en toen de ambassadeur op zondag ter kerke toog werd hij er onceremonieus uitgezet. De oppositie heeft intussen een ‘Raad van Verlossing’ samengesteld die volgens de pers bestaat uit Islamisten, liberalen en onafhankelijken. Als ik Christen was, zou ik mij ook ongemakkelijk voelen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten